maandag 5 mei 2008

Jan De Vos, psycholoog en onderzoeker aan de universiteit van Gent, schreef op 11/10/'07 dit opiniestuk voor de Morgen.

We weten hoe langer hoe minder wat een mens is

Jan De Vos


In het proces-Van Themsche spreken we van onmenselijke, onbegrijpelijke daden. Maar weten we nog wel wat dat is: het menselijke? Denk aan de onverwachte discussie tussen de psychiaters - de psy's -, met enerzijds de gerechtspsychiaters, met hun opportunistische, kort door de bocht gaande diagnoses en anderzijds de goedmenende psy's die het opnamen voor iedereen die geschoffeerd was door de koppeling van autisme aan onmenselijke misdaden. Maar vergeten we niet dat de eerste discussie ging over de relevantie van racisme als motief in de aanklacht (een juridische primeur voor een moordzaak). Racisme of autisme: sociologie of neurologie? Beide ondergraven fundamenteel het juridische verantwoordelijkheidsconcept. Los daarvan weten we eigenlijk niet zo goed meer wat verantwoordelijkheid is, en bij uitbreiding: wat een mens is, ondanks alle sociologische of neurologische verklaringen. Wie daar minder moeite mee heeft is dr. Adriaenssens. In een interview over zijn nieuwste boek verbindt hij probleemloos sociologie met neurologie. Dat pubers zwart-wit denken is voor hem evident "als je weet hoe de hersenen van een tiener werken". Een bepaalde muziekkeuze, vegetarisme aanhangen, racistische praat: allemaal te wijten aan "nog niet volledig ontwikkelde hersenen" (DM 2/10). Gelukkig bieden de alomtegenwoordige psy-wetenschappen in de regel glasheldere, voornamelijk bioneurologische verklaringsmodellen. ADHD bijvoorbeeld is een tekort aan prikkelsturing in de hersenen - de remedie is medicatie, psycho-educatie en aangepaste omkadering. Depressie? Een neurotransmittorprobleem - de oplossing: medicatie, psycho-educatie en aangepaste omkadering. Kortom: het leven zelf als biologische stoornis waarbij medicatie, psycho-educatie en aangepaste omkadering aangewezen zijn. Deze verklaringsmodellen zijn zo helder dat ze wel eens het zicht op de mens zouden vertroebelen. De Portugese auteur José Saramago schreef het: we zullen steeds minder goed weten wat een menselijk wezen is. Een van de opvallendste exponenten van de hedendaagse expansie van het psy-discours is psychotainment, denk aan de vele tv-programma's over opvoeding en psychische gezondheid. Deze ontmoeting tussen media en psychologie is niet toevallig, want beide pretenderen ze een totaalbeeld te leveren. Televisie claimt de hele actualiteit te coveren, de psychologie de volledige menselijkheid. Als de media in onze plaats proberen het Leven en de Mens begrijpbaar te maken, dan levert het psychologisch discours het denkkader. Denk maar aan de mens achter de politicus, de mens achter de popster, en ten slotte de mens achter de journalist zelf. Als we maar vergeten dat de slang in haar eigen staart bijt, wordt met een beetje psychologie de wereld weer behapbaar. Dit voorgeformatteerde begrip ondergraaft niet alleen elke poging om deze complexe geglobaliseerde wereld te begrijpen, maar is vooral de ontkenning van het fundamentele tekortschieten van ons zelfbegrip. Natuurlijk beweert de psy met klem dat hij geen kant-en-klare recepten biedt, maar dat weerhoudt hem niet van het tenenkrullende geven van concrete richtlijnen. De psy wijst je enkel de weg naar kennis, zijn dwingend-vrijblijvende richtlijnen komen neer op de promotie van de academische blik: wees je eigen psycholoog! Allemaal de schuld van Freud? Het succes van de psychoanalyse leidde inderdaad naar een totale psychologisering: op de duur was er niets meer buiten het schootsveld van de psychologie. En waar alles psychisch is, verliest het begrip alle scherpte en betekenis. Zo is te begrijpen dat die totale psychologisering in haar tegendeel kantelde en al het menselijke werd verklaard vanuit genetische of darwinistische logica's. Met het einde van de geschiedenis, de grote verhalen, de politiek en de ideologie lijken de dagen van de psychoanalyse geteld, overbodig geworden door de wetenschappelijke ontwikkelingen van de eenheidspsychologie. Die psychologie tast het idee van de psychische dimensie zelf aan: de verantwoordelijkheid van een persoon wordt steeds meer teruggevoerd op 'afwijkingen', 'genetisch materiaal', en andere 'wetenschappelijk vaststelbare feiten' waar de persoon in kwestie 'weinig aan kan doen'. Psychologie zonder psyche. Dat gaat niet toevallig hand in hand met de hedendaagse ontkenning en verwatering van de politieke dimensie. Of: politiek zonder politiek, waarbij de depolitisering zich toont in de mediatisering en de technocratisering van het politieke bedrijf. In de zaak-Van Themsche werden beide tendensen wel heel erg voelbaar. Waar het racisme werd ingevoerd in de juridische dimensie - als verzwarende omstandigheid - toonde zich plots hoe het hedendaags begrijpen van racisme volledig gedepolitiseerd is geraakt: het werd verengd tot iets wat een persoonlijk motief kan zijn voor bepaalde (misdadige) handelingen.Dat het racisme van Hans Van Themsche uit een bepaald milieu voortvloeit, dat de maatschappij - of bepaalde groepen in die maatschappij - daar een rol in spelen en minstens gedeeltelijk een verantwoordelijkheid dragen: dat bleef in de debatten grotendeels buiten beeld. Dat een dergelijk begrip het racisme eigenlijk niet meer denkbaar maakt, toonde zich in de verdere psychiatrisering en psychologisering in de zaak-Van Themsche, waarin enerzijds het racisme, maar anderzijds ook het subject Van Themsche de facto verdwijnt. Het legt het hedendaagse onvermogen om de mens als psycho-politiek subject te denken bloot.

Geen opmerkingen: