vrijdag 2 mei 2008

Antigones Pharmakon, Stefan Hertmans

Stefan Hertmans was zo vriendelijk ons de toestemming te verlenen om hier de tekst te hernemen die hij schreef voor het Forumpsy in Londen, op 21-22 mei 2005, tegen de om zich heen grijpende ideologie van de evaluatie, die, in het veld van de psychotherapie, wel moet leiden tot het monopolie van de gedragstherapie. Deze tekst werd gepubliceerd in iNWiT. Tijdschrift voor Psychoanalyse van de NLS, 2006, 1, pp. 291-293. Stefan Hertmans liet ons weten dat hij ons ook "met deze zeer gerechtvaardigde meeting over een brandend actueel onderwerp alle goeds toewenst".


Antigones Pharmakon
Stefan Hertmans

De agrapta nomima of ongeschreven wetten die Antigone zegt te verdedigen tegen de rationele wereld van de heerser Kreoon, zijn het symbool voor de herinnering aan een omgang met mensen en hun waarden, die zich nooit volledig in een codex zal laten vatten. Antigones Nee tegen een wereld die slechts de officiële versie van de feiten huldigt, is een weigering van de schematische mens, van de voorspelbare mens, van de mens die kan gevat worden in wetten van casuïstiek, determinisme en causaliteit. Haar verzet geldt een wereld die het bestaan opvat als een mechanische ketting van acties en reacties; wat ze verdedigt, is een samenleving waarin de plaats van het ongeschreven woord, het woord van de intimiteit en de nuance, niet wordt verdrongen ten voordele van een vals universalisme. Indien Antigone nu zou leven, zou ze zich ook verzetten tegen een samenleving die een neo-darwinisme huldigt dat de mens versmalt tot een samenspel van genen, scheikundige reacties en schematische psychosomatiek. Met haar besef, dat de mens niet samenvalt met de wetten die hem determineren – dat zijn levensgevoel, zijn complexiteit en zijn lijden aan het bestaan niet te reduceren vallen tot een codex, dus ook niet tot een geneeskundige – betuigt Antigone eer aan de inzichten van de ontologie. Omdat zij weet heeft van de onbeschrijfbaarheid van wat er wérkelijk toe doet in het menselijk bestaan, getuigt zij ook van haar besef dat er een kloof is die ons onophoudelijk scheidt van het bestaan dat we leven; getuigt ze van een tragische opvatting van de existentie, waarin de kern van onze verbondenheid met anderen en met onszelf altijd zal blijven ontsnappen. Precies omdat zij deze ontologische differentie begrijpt, omdat zij tegen Kreoons wereldorde in, begrijpt dat de agrapta nomima het werkelijke leven van de mensen beheerst, blijft zij haar Nee herhalen tot in de dood. Antigone gelooft niet in de makkelijke, spectaculaire catharsis die de rationele wereldorde haar voorschotelt als een makkelijk wisselgeld waarmee men een Hegeliaanse Aufhebung afkoopt; zij gelooft niet dat de ruil-zonder-rest mogelijk is, ze heeft weet van de onoplosbaarheid van de menselijke inzet en trapt niet in de val van de afkoopbare oplossing. Juist omdat ze ‘nee’ blijft zeggen, houdt ze de Logos in stand; juist omdat ze weigert te onderhandelen met het voluntarisme dat ons wijsmaakt dat de existentiële schuld afkoopbaar is, blijft ze het eindeloze spreken huldigen. Haar weigering is de extreme affirmatie van het bestaan als oninruilbare waarde. Antigone kan daarom gelden als een ver icoon van de psychoanalyse, begrepen als niet afsluitbare dialoog omtrent de ontologische differentie die mensen in de greep houdt, en waaruit geen chemische, medische of wat dan ook voor determineerbare catharsis of ontsnapping mogelijk is.
Zij huldigt de ongeschreven wet die zegt dat men het niet kan zeggen en het daarom moet blijven herhalen; zij huldigt de ongeschreven wet die zegt dat het 'nee' tegen de voorgeschreven oplossing en de opportunistische ruil de plicht is van eenieder die begrijpt waar het leven en de verbondenheid om draaien; zij weet dat de schematische oplossing de mensen niet geneest van wat hun herinnering en hun intuïtie hen vertellen; zij staat kortom symbool voor de hedendaagse weigering om het gesprek in te ruilen voor een pil. Wie de Logos van de analysant tegenover de analist op medische wijze begrijpt, ontgaat de ontologische diepte van de onmogelijke ruil; ontgaat ook de 'onmogelijke' positie van de analyticus, die niet kan ingeruild worden voor die van een alwetende genezer. Wie het 'behandelen' van de existentiële wonde reduceert tot een medisch probleem, en ook op die manier toelaat dat de regeerders als hedendaagse Kreoons de existentie reduceren tot een schematische ruil, zweert samen met een wereldbestel waarin de waarheid van de ontologie steeds meer verdrongen raakt door mechanistische illusies, en heeft reeds de ongeschreven wetten verraden, die de mens specifiek tot mens maken. Het verzet tegen de officiële medicalisering van het belangrijkste gesprek dat een mens kan voeren, is daarom een 'Nee' zoals Antigone dat begreep: dat men aan de pijnlijke onoplosbaarheid moet refereren, als men het menselijk bestaan in zijn volledige inzet wil verdedigen. Het Pharmakon dat Antigone voorstelt, past niet in allopatische wetten; het is onderdeel van het wezen van het menselijk bestaan; dit pharmakon valt samen met de wetten van de nooit helemaal uitspreekbare Logos; het is het pharmakon dat bij uitstek het anti-pharmakon betekent.

© Stefan Hertmans, april 2005

Geen opmerkingen: